Introductie

Ik ben in Den Haag geboren en getogen en woon en werk sinds decennia in de Achterhoek. Al jong was ik erg geïnteresseerd in wiskunde en daarnaast was ik veel bezig met tekenen, lezen en fietsen. Kortom, dingen die ik in mijn eentje kon doen. Daarom verbaast het mezelf niet dat ik na mijn studies wis- en bedrijfskunde, naast mijn beroep als organisatieadviseur, een fanatiek kunstschilder ben geworden. Schilderen doe je in eerste instantie voor jezelf. Tot op de dag van vandaag schilder ik nog altijd net zo bevlogen, door de jaren heen zelfs steeds meer.

Opleiding

Omdat ik geen academische kunstopleiding heb gevolgd zeg ik dat ik als kunstschilder autodidact ben. Wel heb ik op plekken waar ik woonde cursussen tekenen en schilderen gevolgd. En wiskundig inzicht is een groot goed voor een kunstschilder, voor met name zaken als perspectief, verhoudingen, precisie en compositie. Helemaal autodidact ben ik dus ook weer niet.

Inspiratiebronnen

Mijn eerste inspiratiebron was Jan van Eyck en andere Vlaamse primitieven. Zo precies kunnen schilderen leek me geweldig. Vervolgens ging mijn interesse uit naar de Italiaanse schilders uit de Renaissance en Rembrandt. Later raakte ik onder de indruk van schilders als Gustav Klimt en Paul Klee. Nu gaat mijn voorkeur uit naar Joseph Albers en Mark Rothko. Bij elkaar is dat een groot deel van de schilderkunstige kunstgeschiedenis van de laatste eeuwen. Mijn eigen ontwikkeling volgt die geschiedenis: van realistisch tot abstract, en voegt daar ook wat aan toe. Dat heeft me uiteindelijk gebracht tot mijn Q’s: zij zijn zowel abstracte schilderijen die realistisch lijken, als tegelijkertijd realistische schilderijen die abstract lijken.

De ervaring van het ultieme schilderij

Schilderen doe je vooral voor jezelf, ik ook, anders doe je dat geen leven lang. Exposeren is heel leuk omdat je dan door de ogen van anderen naar je eigen werk kijkt in een andere omgeving dan je eigen atelier. Juist door te exposeren ontstond bij mij de wens om het ultieme schilderij te ontwikkelen, zowel voor de toeschouwer als natuurlijk voor mezelf. Dat zijn de Q’s geworden: anders dan andere schilderijen die een ervaring van de schilder weergeven, vormen de Q’s vanuit zichzelf een ervaring voor de toeschouwer. Elke Q is voor mij ook weer een verrassing als die eenmaal af is, vooral qua beweging en ruimte in het schilderij, qua kleuren en hoe die op elkaar inwerken. Ik hoop mezelf en alle toeschouwers nog heel vaak te kunnen verrassen.